Wat vermindert de oplosbaarheid van een gas in een vloeistof? - Project Sports
Nederlands | English | Deutsch | Türkçe | Tiếng Việt

Project Sports

Vragen en antwoorden over voetbal en sport

Wat vermindert de oplosbaarheid van een gas in een vloeistof?

4 min read

Bij ongeveer 95% van vaste stoffen verhoogt de oplosbaarheid met het toenemen van de temperatuur. Bij gassen is het anders: bij het toenemen van de temperatuur neemt de oplosbaarheid in water af, maar in organische oplosmiddelen toe.

Welke stoffen zijn goed oplosbaar in water?

Stoffen die goed in water kunnen oplossen heten polaire stoffen of hydrofiele stoffen (hydro = water, fiel = houden van).
Oplossen

  • water.
  • alcohol (ethanol, CH3-CH2-OH)
  • benzine of hexaan (C6H14)
  • slaolie of paraffine (C12H26)

Hoe kun je een vaste stof sneller oplossen?

Bij het oplossen van stoffen in worden de vanderwaalsbindingen tussen de moleculen van de stof verbroken. Vervolgens ontstaan er weer vanderwaalsbindingen tussen de moleculen van de stof en van het oplosmiddel. De meeste vaste stoffen lossen makkelijker op als de temperatuur hoger is.

Welke gassen kun je oplossen in water?

En water lost niet alleen vaste stoffen op. Nee ook gassen als zuurstof, stikstof en kooldioxide worden prima in het water opgenomen.
De belangrijkste zijn:

  • Stikstof (N2, 78%)
  • Zuurstof (O2, 21%)
  • Argon ( Ar, 0,93%)
  • Kooldioxide (CO2, 0,035%)

Wat gebeurt er als een stof oplost?

Een oplossing is een homogeen mengsel van twee of meer moleculair verdeelde stoffen, waarbij een van de stoffen – het oplosmiddel – in veel grotere hoeveelheden aanwezig is dan de andere – de opgeloste stoffen.

Welke zouten zijn goed oplosbaar in water?

Welke zouten zijn goed oplosbaar? In het algemeen zijn alle Natrium (Na+) en Kalium (K+) zouten goed oplosbaar in water, ook zouten met als NO3 zijn goed oplosbaar. Bij de andere zouten ligt het aan de samenstelling en de concentratie of het zout oplosbaar is.

Welke stoffen mengen niet met water?

Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën, deze zijn per definitie hydrofoob. De oorzaak dat hydrofobe stoffen niet met hydrofiele stoffen mengen, heeft te maken met de polariteit van een molecuul. Hydrofobe stoffen zijn apolair, daardoor kunnen ze niet goed mengen met water, want dat is polair.

Hoe kan je het verschil in oplosbaarheid verklaren?

De oplosbaarheid van een stof in een oplosmiddel hangt af van de temperatuur. Bij ongeveer 95% van vaste stoffen verhoogt de oplosbaarheid met het toenemen van de temperatuur. Bij gassen is het anders: bij het toenemen van de temperatuur neemt de oplosbaarheid in water af, maar in organische oplosmiddelen toe.

Is een oplossing vloeibaar?

Een oplossing kan bestaan uit stoffen die in verschillende fasen zijn. Het kan bijvoorbeeld een vaste stof in vloeistof zijn, vloeistof in vloeistof, gas in vloeistof of gas in gas.

Hoe herken je een Neerslagreactie?

Een neerslagreactie vindt plaats als twee oplossingen van goed oplosbare elektrolyten samen een slecht oplosbaar zout vormen. Dit slecht oplosbare zout wordt een vaste stof en vormt een neerslag. Elektrolyten kunnen zoutoplossingen zijn maar ook oplossingen van moleculaire verbindingen zoals zwavelzuur (H2SO4).

Wat is een heldere oplossing?

Oplossing en oplosbaarheid (1.1 en 1.2)

Oplossingen zijn helder (doorzichtig), maar kunnen wel gekleurd zijn. Voorbeelden van oplossingen zijn drinkwater, suikerwater, pekel, limonade, wijn, bier, jenever, spiritus, azijn en lucht.

Is een oplossing altijd helder?

OPLOSSING: mengsel waarin de opgeloste stof is opgedeeld in losse moleculen, die gelijkmatig verdeeld zijn. Een oplossing is altijd helder. Bij oplossen gebruik je vrijwel altijd water (een goedkope, ongevaarlijke vloeistof). Als iets minder oplost of juist goed oplost spreek je van verschillen in oplosbaarheid.

Wat is het verschil tussen adsorberen en absorberen?

Bij adsorptie is er sprake van het hechting van een stof aan het oppervlakte, in dit geval dus de interne oppervlakte van het actieve kool, terwijl er bij absorptie sprake is van het opnemen van een stof (bijv. gas of vaste stof) in een ander medium. Het opnemen van een gas in vloeistof heet dus absorberen.

Wat is een voorbeeld van adsorberen?

Adsorptie en absorptie

Bij adsorptie hechten de moleculen zich aan de buitenkant van het adsorptiemateriaal. Bij absorptie dringen de moleculen het materiaal binnen. Keukenpapier absorbeert dus water terwijl norit kleurstoffen in water kan adsorberen.

Wat betekent adsorberen?

Het proces, waarbij een vast oppervlakte vloeibare of gasvormige moleculen aantrekt door fysieke krachten, wordt adsorptie genoemd (absorptie is daarentegen een proces waarbij de vloeibare moleculen worden opgenomen door een vloeistof en zich vermengen met deze vloeistof).

Hoe moet je adsorberen?

Bij adsorberen maak je gebruik van een adsorptiemiddel. Bij scheikunde wordt vaak actieve kool gebruikt of norrit. Dit is koolstof in een bijzondere vorm. De korreltjes van actieve kool hebben een erg groot oppervlak omdat de stof net als een spons vol zit met gaten (afbeelding 1).

Wat is de betekenis van extraheren?

Extraheren = extraheren is het proces om een extract te maken. Bij extractie gaat het scheiden van een stof uit een mengsel van stoffen, dat gebaseerd is op een verschil in oplosbaarheid.