Wat is mannelijk en vrouwelijk?
2 min readDe zelfstandige naamwoorden worden traditioneel verdeeld in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden; onzijdige zelfstandige naamwoorden zijn het-woorden.
Is de staat mannelijk of vrouwelijk?
Het is ‘de universiteit‘, want universiteit is vrouwelijk.
Is verloting mannelijk of vrouwelijk?
Is het ‘de verloting‘ of ‘het verloting‘?
Het is ‘de verloting‘, want verloting is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het ‘die verloting‘.
Is mechaniek mannelijk of vrouwelijk?
Woordafbreking
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mechaniek | mechanieken |
verkleinwoord | mechaniekje | mechaniekjes |
Wat is een verloting?
VERLOTEN – (verlootte, heeft verloot), door het lot (eenig voorwerp) laten toewijzen, bij loten verdeelen: eene schilderij, geld, koek verloten. VERLOTING, v. (-en), verkooping en trekking van loten ; het verloten of uitloten (van iets).
Wat is verloot?
Definities die `verloten` bevatten:
tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft verloot (volt. deelw.) Toon alle vervoegingen door het toeval laten bepalen wie ie…
Wat is de verleden tijd van verloten?
De verleden tijd van verloten is ‘verlootte’. Het voltooid deelwoord is ‘heeft verloot‘.
Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van verloten?
Hij verlootte de cadeaus. De verlote cadeaus.
Wat is het voltooid deelwoord?
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord. Voltooide deelwoorden maken deel uit van samengestelde werkwoordstijden. De voltooide tijd wordt gevormd door de persoonsvorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. We hebben tot vijf uur gewacht.
Hoe vorm je de verleden tijd?
Als de persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd staat, dan gebruik je +te(n) of +de(n). Eerst pak je dus de stam (ik-vorm) en daar zet je +te of +de achter. Daarna kijk je of het werkwoord in het meervoud of het enkelvoud staat, bij meervoud zet je er ook nog een ‘n’ achter.
Is het lachte of lachtte?
Tegenwoordige tijd: Ik lach (stam) Hij lacht (stam + t) Wij lachen (hele werkwoord) Verleden tijd: Ik lachte (stam + te, het is niet ‘ik lachtte‘ omdat de stam ‘lach’ is en niet ‘lacht‘) Hij lachte (stam + te) Wij lachten (stam + ten) Voltooid deelwoord: Wij hebben gelachen. (Deze is makkelijk te herkennen.)
Hoe schrijf je smeed?
Dat hangt af van de eindklank van de stam.
11.3 Verleden tijd van regelmatige werkwoorden.
smeden | vergroten | |
---|---|---|
smeed | stam | vergroot |
ik, jij, het smeedde | stam+de/te | ik, jij, het vergrootte |
wij, jullie, zij smeedden | stam+den/ten | wij, jullie, zij vergrootten |