Nederlands | English | Deutsch | Türkçe

Project Sports

Vragen en antwoorden over voetbal en sport

Wat betekent op de wandeling?

3 min read

Wat is een rondwandeling?

Dat zijn de ‘Wandelnet rondwandelingen‘; stevige, rondgaande wandelingen over een Lange-Afstand-Wandelpad, een Streekpad of een combinatie daarvan.

Wat is de betekenis van wandelen?

ter ontspanning lopen. in een rustig tempo lopen, vooral ter ontspanning en zonder dat men per se naar een bepaalde bestemming moet, en bovendien vaak in een bezienswaardige omgeving. Voorbeelden: Fietsen is vaak beter vol te houden dan wandelen.

Is het wandelen of wandelen?

wandelen werkw. Uitspraak: [‘wɑndələ(n)] Vervoegingen: wandelde (verl. tijd enkelv.)

Hoe schrijf je wandelen?

Als de stam niet uitgaat op t, x, k, f, s, ch of p, dan schrijf je een -d in de verleden en voltooide vorm. Dat is bijvoorbeeld bij wandelen het geval: wandelen – wandelde – gewandeld (stam = wandel, eindigt op –l).

Waar rondje lopen?

Tien tips, allemaal gebieden waar je verrassend fraai kunt wandelen.

  • Tip 1: De strijd van Wieringen, Noord-Holland. …
  • Tip 2: De Groote Peel – Noord-Brabant, Limburg. …
  • Tip 3: Het verdronken land van Saeftinghe, Zeeland. …
  • Tip 4: De Noordkop, Den Helder, Huisduinen. …
  • Tip 5: De Hondsetongen en het Valthebos, Drenthe.

Wat is de langste wandelroute van Nederland?

Het Nederlands Kustpad is het langste aaneengesloten wandelpad van Nederland, in totaal 725 km.

Is of heeft gewandeld?

Onovergankelijke werkwoorden worden in de bedrijvende vorm met hebben, soms met zijn vervoegd: ik heb gewerkt, ik ben gekomen. Men kan inderdaad zeggen: wij hebben gewandeld en wij zijn gewandeld.

Is wandelen een werkwoord?

Werkwoordwandelen” – Nederlandse werkwoorden.

Is het werkte of Werkde?

werken/vervoeging

vervoeging van het werkwoord werken
tegenwoordige tijd verleden tijd
het werkte
onvoltooid deelwoord gebiedende wijs
werkend werk

Hoe vind je het werkwoord in de zin?

Dan is de persoonsvorm het werkwoord dat het verst vooraan in de zin staat. Je kunt de persoonsvorm ook op andere manieren herkennen: Als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm meestal vooraan te staan. Dit geldt niet voor zinnen die al beginnen met een vraagwoord, zoals waar, wanneer, waarom, enz..

Was in tegenwoordige tijd?

zijn/vervoeging

vervoeging van het werkwoord zijn
tegenwoordige tijd verleden tijd
jij, je bent was
u bent is was
gij, ge zijt waart

Hoe maak je de verleden tijd?

Als de persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd staat, dan gebruik je +te(n) of +de(n). Eerst pak je dus de stam (ik-vorm) en daar zet je +te of +de achter. Daarna kijk je of het werkwoord in het meervoud of het enkelvoud staat, bij meervoud zet je er ook nog een ‘n’ achter.

Wat is de regel van het Kofschip?

De medeklinkers uit ’t kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit ’t kofschip.

Hoe schrijf je smeed?

Dat hangt af van de eindklank van de stam.
11.3 Verleden tijd van regelmatige werkwoorden.

smeden vergroten
smeed stam vergroot
ik, jij, het smeedde stam+de/te ik, jij, het vergrootte
wij, jullie, zij smeedden stam+den/ten wij, jullie, zij vergrootten