Nederlands | English | Deutsch | Türkçe

Project Sports

Vragen en antwoorden over voetbal en sport

Is lente een naamwoordelijk werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord?

5 min read

Kan een bijvoeglijk naamwoord achter een zelfstandig naamwoord staan?

Een bijvoeglijk naamwoord staat soms ook achter een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: De nieuwe juf is leuk. De traktatie was lekker.

Hoe herken je een Naamwoordelijk deel?

Het naamwoordelijk deel bestaat, zoals de naam al zegt, vaak uit een naamwoord al of niet met toebehorende lidwoorden en verdere bepalingen. Het naamwoord kan zowel zelfstandig (een voetballer) als bijvoeglijk (sterk) zijn. Er zijn zelfs naamwoorden die alleen als predicaat voorkomen, zoals onwel, de predicaatswoorden.

Wat is het Naamwoordelijk deel voorbeeld?

Het naamwoordelijk gezegde geeft een toestand aan: het onderwerp is/ wordt/ blijft/ blijkt/ lijkt/ schijnt/ heet iets. De jongen is koning. Het proefwerk is moeilijk. Dat meisje wordt later tandarts.

Hoe weet je of het een Naamwoordelijk of Werkwoordelijk gezegde is?

naamwoord. Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets is. Zo bevat ‘De wind is koud’ een naamwoordelijk gezegde: er wordt uitgedrukt dat de wind iets ís, namelijk: koud. (In ‘De wind draait naar het oosten’ is draait het werkwoordelijk gezegde.

Hoe kom je achter het zelfstandig naamwoord?

Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een. Het is de/een kast, het/een huis, de/een week, enz. Ze worden daarom ook wel ‘de-woorden’ en ‘het-woorden’ genoemd. In verbindingen als het grote huis is huis het zelfstandig naamwoord.

Hoe kun je een zelfstandig naamwoord herkennen?

Een ZNW herken je aan de volgende eigenschappen: § je kunt er een lidwoord voorzetten (het boek, een boek); § je kunt het in het meervoud zetten (boek – boeken); § je kunt er een verkleinwoord van maken (boek – boekje);

Wat is het verschil tussen Naamwoordelijk gezegde en Naamwoordelijk deel?

Bij een naamwoordelijk gezegde koppelt het koppelwerkwoord het onderwerp aan het naamwoordelijk deel. Het naamwoordelijk deel is dus een kenmerk of eigenschap van het onderwerp, meestal is het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord.

Hoe kun je het lijdend voorwerp vinden?

Je vindt een lijdend voorwerp zo:

  • Zoek eerst de persoonsvorm en het gezegde van de zin.
  • Zoek dan het onderwerp.
  • Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag: wie/wat + onderwerp + gezegde? Je mag de volgorde veranderen.
  • Let op: een lijdend voorwerp zit nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde.

Hoe herken je een zelfstandig werkwoord?

Het zelfstandig werkwoord (ZWW)

Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. Het zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord. Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het ’t laatste werkwoord van de zin).

Hoe vind je het Naamwoordelijk gezegde in een zin?

Hoe vind je het naamwoordelijk gezegde?

  1. Is de persoonsvorm één van de koppelwerkwoorden? (let op bij zijn en worden!)
  2. Zo ja, zoek dan het naamwoordelijk deel dat het koppelwerkwoord koppelt aan het onderwerp.
  3. Het koppelwerkwoord en het naamwoordelijk deel vormen samen het naamwoordelijk gezegde.

Wat is het verschil tussen gezegde en Werkwoordelijk gezegde?

Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Er zijn twee soorten gezegdes. Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit een of meer werkwoorden en een naamwoordelijk gezegde bestaat uit een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel.

Kan een bijwoordelijke bepaling in een Naamwoordelijk gezegde?

De bijwoordelijke bepaling is in de zinsontleding een woord of woordgroep die meer informatie of een nadere omschrijving geeft over dat wat in het gezegde wordt uitgedrukt. Voorbeelden zijn: ‘Het eten is snel opgewarmd’, ‘Ik vertrek om 5 uur van huis’ en ‘Hij wacht op mij in het park’.

Hoe weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is?

Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt. In ‘de rode auto’ is rode een bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt ook voor rood in ‘De auto is rood. ‘

Hoe vind je de bijvoeglijke bepaling in een zin?

Hoe vind je een bijvoeglijke bepaling?

  1. Zoek het onderwerp en lijdend voorwerp (als dit er is).
  2. Bestaat het zinsdeel uit meer woorden? Kijk dan verder binnen dit zinsdeel.
  3. Als een woord iets zegt over een zelfstandig naamwoord, is dat een bijvoeglijke bepaling.

Hoe herken je een zelfstandig werkwoord?

Het zelfstandig werkwoord (ZWW)

Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. Het zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord. Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het ’t laatste werkwoord van de zin).

Hoe herken je een aanwijzend voornaamwoord?

Het aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van het lidwoord staan, vóór een *zelfstandig naamwoord. Die jongen is de slimste van de klas. Die vervangt hier het lidwoord de.

Welke aanwijzende voornaamwoorden zijn er?

Lijst aanwijzende voornaamwoorden

  • dit.
  • dat.
  • deze.
  • die.
  • zulk(e)
  • datgene.
  • degene.

Hoe herken je woordsoorten?

Bij taalkundig ontleden bepaal je van elk woord in de zin tot welke woordsoort dat woord hoort. Een andere term is ‘woordbenoeming’. Van verreweg de meeste woorden ligt de woordsoort vast. Zo is hond altijd een zelfstandig naamwoord, in welke zin het woord ook voorkomt.

Is cette mannelijk of vrouwelijk?

Het aanwijzend voornaamwoord, gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

ce mannelijk enkelvoud
cette vrouwelijk enkelvoud
cet mannelijk enkelvoud met een klinker of stomme h
ces mannelijk meervoud
ces vrouwelijk meervoud

Wat is een persoonlijk voornaamwoord in het Frans?

Een persoonlijk voornaamwoord kan verschillende functies hebben in een zin. De belangrijkste is natuurlijk het onderwerp: je, tu, il/elle/on, nous, vous, ils/elles. Het onderwerp is degene die Het werkwoord vervoegt , en die altijd vlakbij het werkwoord staat.

Wat is het delend lidwoord in het Frans?

Als er in het Nederlands geen lidwoord of geen getal staat voor het zelfstandig naamwoord, dan komt er in het Frans een delend lidwoord (du, de la, de l’, des) vóór het zelfstandig naamwoord. ‘Du’ voor mannelijke woorden. ‘De la’ voor vrouwelijke woorden.